00:00
Gluck - Iphigénie en Tauride
Iphigénie en Tauride (1779) is een tragische opera in vier bedrijven van de in Duitsland geboren componist Christoph Willibald Gluck. Hij schreef het werk voor de Franse markt, en de première in 1779 in de Parijse Academie Royale de Musique was een doorslaand succes. Iphigénie en Tauride behoort tot Gluck’s hervormingsopera’s: in dit werk diende de muziek het dramatisch verloop niet te domineren maar juist te ondersteunen. Nicolas-François Guillard baseerde zijn libretto op Claude Guimond de La Touche’s gelijknamige toneelstuk, wat uiteindelijk teruggrijpt op het beroemde Griekse drama van Euripides. Het speelt zich af kort na de Trojaanse oorlog, als Iphigénie, die door haar vader Agamemnon geofferd zou worden, door de godin Diana wordt gered. Diana brengt haar naar Tauris, waar Iphigénie haar hogepriesteres wordt. Diego Fasolis dirigeert het Orchestre National des Pays de la Loire en het Chœur d’Angers Nantes Opéra. Onder de solisten zijn Marie-Adeline Henry (Iphigénie), Charles Rice (Oreste), Sébastien Droy (Pylade), Jean-Luc Ballestra (Thoas) en Élodie Hache (Diane). Deze uitvoering werd in 2020 opgenomen in het Grand Théâtre d’Angers, Frankrijk.
01:51
Waldbühne 2004 - Tsjaikovski-avond
De Waldbühne in Berlijn, een van de grootste openluchtpodia in Europa, is het decor van de jaarlijkse seizoensafsluiting van de Berliner Philharmoniker. In 2004 werd dit wereldberoemde orkest en hun chef Sir Simon Rattle vergezeld door de toen 22-jarige Chinese pianist Lang Lang, die het publiek trakteerde op een geweldige uitvoering van Tsjaikovski’s eerste pianoconcert. Verder op het programma: de tweede akte van Tsjaikovski’s 'Notenkraker'.
03:30
Glass - Concert voor twee piano’s
Als onderdeel van hun nieuwe samenwerking met componist Philip Glass, die bekend staat om zijn repetitieve minimalistische composities, spelen de Franse zussen Katia en Marielle Labèque de Europese première van Glass’ Concert voor twee piano’s met de Orchestre de Paris. Het programma wordt vervolgd met de Vijfde Symfonie van Dimitri Sjostakovitsj (1906-1976) onder leiding van Jaap van Zweden, de huidige dirigent van het New York Philharmonic.
04:49
Schubert - Rosamunde Ouverture (D. 644)
Andreas Spering dirigeert philharmonie zuidnederland in een uitvoering van de "Rosamunde Ouverture" (D. 644) van Franz Schubert (1797-1828). Opgenomen in het Muziekgebouw Eindhoven in 2015. Schubert componeerde deze ouverture aanvankelijk voor Georg Ernst von Hofmanns toneelstuk Die Zauberharfe, en werd als zodanig ten gehore gebracht op 19 augustus, 1820. Drie jaar later werd de ouverture opnieuw gebruikt voor Helmina von Chézy's toneelstuk 'Rosamunde'. De libretto's van Chézy (1783-1856) waren weinig succesvol en Schuberts contributie aan Rosamunde zou de productie gered hebben.
06:00
Lucerne Festival - Beethoven - Pianoconcert Nr. 4
Maurizio Pollini is de solist in Beethovens Pianoconcert Nr. 4. Het Lucerne Festivalorkest staat onder leiding van Claudio Abbado. Deze uitvoering is opgenomen tijdens het Lucerne Festival van 2004. Maurizio Pollini is de winnaar van het prestigieuze Chopin Concours in Warschau van 1960 en staat bekend om zijn interpretaties van Beethoven. De componist schreef het Vierde Pianoconcert tussen 1805 en 1806. Tijdens de première in 1808 nam de componist zelf de rol van solist op zich.
06:37
Beethoven Strijkkwartet nr. 7 & 13, en Große Fuge
Het toonaangevende Franse strijkkwartet Quatuor Ébène wijdde een opmerkelijk en ambitieus project aan de 250ste geboortedag van Ludwig van Beethoven (1770-1827): het viertal nam álle werken voor strijkkwartet van de grote componist op. Vijf jaar lang dompelden violisten Pierre Colombet en Gabriel Le Magadure, altvioliste Marie Chilemme, en cellist Raphaël Merlin zich onder in die 650 pagina’s bladmuziek, waar Beethoven drie decennia lang zijn creativiteit in uitte. Hun inspanningen culmineerden in de herfst van 2020 in de integrale uitvoering van deze werken tijdens zes indrukwekkende concerten in de Philharmonie de Paris. Quatuor Ébène verkende elk facet van Beethovens strijkkwartetrepertoire: van de jeugdige Opus 18 strijkkwartetten tot de kwartetten Rasumovsky, Harp, en Serioso (Opus 59, 74, en 95) uit zijn middenperiode, en ten slotte de diepgang van zijn late kwartetten (Opus 127 tot 135). In deze uitzending speelt Quatuor Ébène Beethovens Strijkkwartet nr. 7 in F majeur, Op. 59, nr. 1, bekend als "Rasumovsky"; Strijkkwartet nr. 13 in Bes majeur, Op. 130; en de monumentale Große Fuge, Op. 133. Deze concertuitvoering werd op 12 oktober 2020 opgenomen in de Philharmonie de Paris.
08:14
Pianowerken van Skrjabin, Berg en Beethoven
De Italiaanse pianist Roberto Prosseda (*1975) staat bijzonder in de belangstelling wegens zijn uitvoering van nieuw ontdekt pianowerk van Felix Mendelssohn. Bovendien wordt Prosseda zeer geprezen om zijn interpretaties van pianomuziek van W. A. Mozart, Franz Schubert, Robert Schumann en Frédéric Chopin. Hij sleepte belangrijke prijzen in verscheidende pianoconcoursen in de wacht en treedt regelmatig op met een aantal van 's werelds belangrijkste orkesten, waaronder het London Philharmonic Orchestra, de New Japan Philharmonic, en het Gewandhausorchester Leipzig. In deze uitzending speelt Prosseda Aleksandr Skrjabins Nocturne Op. 9, nr. 2, Alan Bergs Pianosonate, Op. 1, en Ludwig van Beethovens Pianosonate nr. 32, Op. 111. Deze uitvoering werd in 2015 opgenomen in het Teatro alle Vigne in het Italiaanse Lodi.
09:00
CMIM Piano 2024 - Halve finale II: Jakub Kuszlik
Pianist Jakub Kuszlik (Polen, 1996) speelt Barbara Assiginaak’s Mzizaakok Miiniwaa Mzizaakoonsak (‘paardenvliegen en hertenluisvliegen’); Wolfgang Amadeus Mozarts Fantasia nr. 3 in d-klein, K. 397; en Johannes Brahms’ Sonate nr. 3 in f-klein, Op. 5, tijdens het solorecital in de uit twee delen bestaande halve finale van de piano-editie van het Concours musical international de Montréal 2024 (CMIM). Deze uitvoering werd opgenomen in de Bourgie Hall van het Montreal Museum of Fine Arts.
10:01
Opera Houses Around the World: Semperoper Dresden
Stingray Brava reist de aarde rond op zoek naar de geheimen van 's werelds beroemdste operahuizen. Reis in deze aflevering mee naar Duitsland en ontdek alle wetenswaardigheden over de Semperoper in Dresden! Velen zien de Semperoper in Dresden – ontworpen door de bekende 19e-eeuwse architect Gottfried Semper - als het mooiste operahuis dat Duitsland rijk is. Semper had al eens een operahuis voor Dresden ontworpen: zijn Grosse Königliche Theater opende de deuren in 1842, maar het gebouw werd in 1869 in de as gelegd. Sempers tweede monumentale bouwwerk, waarvan de bouw negen jaar tijd in beslag nam, overleefde de Tweede Wereldoorlog niet. Hoewel de gevel kon worden gestut bleef het bouwwerk veertig jaar lang een ruïne. Na moeizaam, nauwgezet restoratiewerk werd het gebouw in 1985 heropend ten overstaan van ongeveer 150 duizend enthousiaste aanwezigen. De Semperoper is de thuisbasis van het oudste symfonieorkest van Europa, de Sächsische Staatskapelle Dresden. Het orkest, dat voorheen bekend stond als de Hofkapelle, bouwt voort op een geschiedenis van 450 jaar. Componist Richard Wagner noemde de Staatskapelle ooit een “magische harp”. Hij was zes jaar lang kapelmeester van het ensemble, waarmee hij z'n opera's Rienzi, De Vliegende Hollander, en Tannhäuser in première bracht. Hoewel de Semperoper in de negentiende eeuw met Wagner werd geassocieerd, raakte het operahuis in de twintigste eeuw verbonden met Richard Strauss. Negen van Strauss’ vijftien werken, waaronder Salome, Elektra, en Der Rosenkavalier, werden voor het eerst uitgevoerd in de Semperoper. Richard Strauss noemde het “een eldorado voor mijn premières!”